Grote belangstelling voor nieuwe cijfers grensoverschrijdend gedrag in Sport

Op 17 november organiseerde Centrum Ethiek in de Sport samen met Universiteit Antwerpen een Symposium rond Grensoverschrijdend Gedrag in de sport. De nieuwe cijfers die onderzoekster Tine Vertommen (UAnwerpen) er presenteerde konden rekenen op ruime interesse in de media. Ook het Symposium zelf werd met een 80-tal aanwezigen een succes.

Aanspreekpersonen integriteit, federatiebestuurders, onderzoekers, journalisten en beleidsmakers van de Vlaamse overheid verzamelden in het Gentse Sportverblijf voor een divers programma. Brecht De Vos overliep het Vlaamse beleid rond ethisch sporten. Secretaris-Generaal Cedric Vanleenhove maakte stand van zaken van het eerste jaar Vlaams Sport Tribunaal. Niki Dheedene, kabinetsmedewerker van Vlaams minister van Justitie Zuhal Demir, schetste het ontwerp van decreet over het verplichte uittreksel strafregister voor jeugdbegeleiders dat in de pijplijn zit. Onderwerpen die de aanwezigen duidelijk nauw aan

het hart lagen, dat bewezen de boeiende vragen en opmerkingen vanuit het publiek. Waarvoor langs deze weg nog eens onze dank aan alle aanwezigen.

De cijfers: fysieke straffen, vernederingen, gebrek aan waardering

De kern van het Symposium waren de nieuwe cijfers die de UAntwerpen verzameld had binnen het Europese project CASES (Child Abuse in Sport: European Statistics). De onderzoekers bevroegen het afgelopen jaar 1.472 Vlaamse en 1.472 Waalse en Franstalige Brusselse jongvolwassenen. De vragenlijst bevatte 35 mogelijke ervaringen, verdeeld over vijf vormen: verwaarlozing, psychisch grensoverschrijdend gedrag, fysiek gedrag, non-contact seksueel en contact seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Eén op de vijf Vlaamse sporters en één op de vier Waalse sporters krijgt voor hun 18de te maken contact seksueel grensoverschrijdend gedrag in de sport. De helft van de sporters meldt fysiek grensoverschrijdend gedrag, twee derde van de sporters psychisch geweld. Eén op de drie Vlaamse sporters en vier op tien Waalse sporters werden verwaarloosd, bijvoorbeeld door gebrek aan medische zorg.

De meest voorkomende vormen van grensoverschrijdend gedrag in de sport zijn het ondergaan van fysieke oefeningen als vorm van straf, vernederingen, geen enkele waardering krijgen voor de sportprestaties, overdreven negatieve kritiek over het uiterlijk en genegeerd worden.

De minst voorkomende vormen zijn seksuele aanranding en verkrachting. Toch kreeg telkens 8 procent van de deelnemers nog voor de leeftijd van 18 jaar hiermee te maken. In totaal ervaarde driekwart van alle respondenten minstens één keer een vorm van grensoverschrijdend gedrag voor de leeftijd van 18 jaar.

Ongeveer één op de drie sporters die grensoverschrijdend gedrag meemaakt, vertelt dit niemand. Zij die het wel vertellen, doen dat meestal tegen familieleden of mensen buiten de sportsector. Slechts 4 tot 8 procent van de sporters die het meemaakten, vertelden het tegen iemand binnen de sportorganisatie. De cijfers liggen in lijn met resultaten uit andere Europese landen. De resultaten liggen nog een pak hoger dan bij de eerste meting in 2014.

Meer cijfers lees je in de samenvatting en in de presentatie.

Debat met prominenten onder leiding van Sporza-journalist Tom Boudeweel

De cijfers werden daarna in een rondetafelgesprek onder leiding van Tom Boudeweel doorgelicht door atletiektrainer Wim Vandeven, voormalig Belgian Cat Sofie Hendrickx, Elisabeth Matthijs (advocatenkantoor Stibbe), Humo-journalist Jan Antonissen, en Tim Stroobants (Vlaams Expertisecentrum Kindermishandeling) en Brecht De Vos (KICS Sport Vlaanderen).

Heb je zelf interesse in het rapport of andere delen van het programma? Contacteer dan Simon De Vriendt van het Centrum Ethiek in de Sport via simon.devriendt@ethischsporten.be